Wonen – meer dan een dak boven je hoofd

  • Nieuws
Wonen 1.jpg

De Marie Kamphuisborg was op 16 april het toneel voor de bijeenkomst Wonen – meer dan een dak boven je hoofd.

De opkomst voor deze bijeenkomst, georganiseerd door de Innovatiewerkplaats Senioren, was zeer divers: van teamcoaches, docenten, beleidsmedewerkers, buurtwerkers, WMO consulenten tot vrijwilligers, onderzoekers én senioren. Afkomstig van een even divers palet aan organisaties: Tintengroep, gemeenten, Humanitas, KwadrantGroep, WIJ Groningen, Alfa-college etc.

Karlien Landman, projectleider van de IWP, juicht deze diversiteit alleen maar toe: vanuit diverse invalshoeken de ‘woonkwestie’ van ouderen belichten. De tekst in de uitnodiging schetst de kwestie helder: Zelfstandig blijven wonen is voor senioren van nu en in de toekomst de norm. We gaan voor vitaal en goed voorbereid ouder worden, maar krijgen ook te maken met veranderingen die met ouder worden gepaard gaan. Hierin doet de omgeving er toe en daarin bestaan verschillen tussen stad en platteland.

Wanneer Karlien Landman na de opening de geschiedenis van het wonen van senioren vertelt, krijgen de toehoorders een kort college: van voor de jaren ’50 , wanneer ouderen zolang mogelijk moesten werken om in hun onderhoud te voorzien, familie en liefdadigheidsinstellingen waren achtervang als het niet lukte. Schrijnende situaties en het woningentekort leidde na de oorlog tot de opkomst van bejaardenhuizen, maar al snel vond men thuis blijven wonen met hulp een beter idee. De AWBZ met veel zorg en ondersteuning thuis heeft zich ontwikkeld tot het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen, het Integraal Zorg Akkoord en Gezond en Actief leven Akkoord in 2022. Het familiealbum van de familie Landman doet dienst als illustratie en toont de toehoorders de diverse manieren van wonen.

Dé oudere bestaat niet

Karlien eindigt haar betoog waar Petra de Jong de hare begon ‘dé oudere bestaat niet’. Als zelfstandig adviseur ouderenhuisvesting heeft De Jong onderzoek gedaan naar honkvaste ouderen. Waar ouderen vaak worden gezien als de oorzaak van de wooncrisis, er zouden tot 2030 circa 290.000 woningen moeten worden gebouwd, maakt De Jong duidelijk dat dit beeld wel wat genuanceerder ligt.

Er is meer nodig dan een standaardflatje om oudere uit een te groot huis te krijgen. Het creëren van aanbod brengt de doorstroom niet vanzelf op gang. Ouderen verhuizen vaak niet om diverse redenen: ze hebben nu lage woonlasten, dierbare herinneringen aan het huis en de spullen op zolder of voelen het als een stap terug in de wooncarrière, dat hen een gevoel van verlies geeft. De Jong pleit ervoor om ouderen zelf te betrekken bij het oplossen van de wooncrisis. Benut hun kennis en ervaringen en vermijd bovenal de houding: ‘we weten wel wat goed voor ze is’. Én, waarschuwt De Jong, spreek de juiste taal: dus niet ‘wonen met zorg’, maar ‘voorbereid op de toekomst’, niet ‘nultredenwoning’, maar ‘geen trap meer nodig’, en niet ‘langer thuis’, maar ‘prettig wonen’. En misschien wel het meest belangrijk: vergeet de triple A niet: Arts, Apotheek en Albert Heijn.

Ouderen zelf aan het roer

Dat het werkt om ouderen zelf mee te laten denken en beslissen bewijst de volgende spreker Paul Veldt van Goudvoormekaar. ‘Ik ben een gewone burger’. Aan de hand van een aantal slides neemt hij ons mee langs de zoektocht van circa 150 ouderen naar woonruimte in Winschoten. De eisen zijn niet eens groots en meeslepend: fijne woonruimte met een eigen (moes)tuin, waar men niet eenzaam is en omziet naar elkaar. Gemeente, provincie, het Rijk en allerhande aanpalende organisaties worden geraadpleegd en nu, 7 (!) jaar later, hebben Veldt en zijn ‘collega’s’ twee locaties op de korrel. ‘We moeten snel zijn, anders zijn de eerste van ons inmiddels dood’, aldus Veldt, maar dat de inspanningen ergens toe leiden is wel zeker.

Van ‘zorg naar ziekte’ naar ‘kwaliteit van leven’ thuis

Gea Jagersma, strategisch beleidsadviseur KwadrantGroep, presenteerde een ‘Volledig Zorgpakket Thuis’, een manier van thuiszorg gericht op de wensen en behoeften van de client en zijn of haar naasten. Huishoudelijke hulp wordt gecombineerd met minder complexe zorgtaken en hiervoor heeft de oudere te maken met één zorgmedewerker die er 24 uur in de week voor de oudere kan zijn. Dit betekent in de praktijk; zorg op maat! Gea vertelt over het potje PimPamPet in de avond dat zorgt voor een betere nachtrust en het herstel van het dag-nachtritme, waardoor de zorgvrager niet meer ’s nachts door het flatgebouw ging dwalen. Ook laat deze manier van werken zien dat de mantelzorger ontlast wordt en beter in staat was om de zorg door te blijven zetten.

De wereld in 2070
Door middel van een workshop nam Ramila Khafaji Zadeh, UNESCO Chair Futures Literacy, Hanze ons mee naar het wonen, welzijn en de zorg voor senioren van de toekomst, in 2070 wel te verstaan. Welke beelden heeft men bij welzijn en zorg in 2070? De diversiteit was groot, maar een ding kwam waren we het over eens: de wereld in 2070 draait vooral om er voor elkaar zijn, een groot gemeenschapszin. Daarna werd er een toekomstbeeld gedeeld, mensen in verschillende levensfasen woonden op aparte eilanden; dus alle baby’s bij elkaar tot aan alle senioren bij elkaar. Vervolgens werd er nagedacht wat dit zou betekenen voor wonen, welzijn en zorg. Dat mocht gekleid gaan worden en ook hier waren de meningen vrij eensgezind; er moest in deze situatie dan vooral naar verbinding gezocht worden tussen de eilanden en met een ‘centraal voorzieningen’ eiland. We deelden met elkaar een sterke aanname dat generaties elkaar nodig hebben en er voor elkaar willen zijn. Hoe technologie een rol speelt in de toekomst was nog niet voor iedereen even helder.

Het bleek best moeilijk te zijn om na te denken over 2070 maar de workshop was een mooie manier om out-of-the box te denken over het wonen, welzijn en de zorg voor senioren!  

Contact