Griëtte studeerde Medische Diagnostiek en werkt nu als laboratorium-analist bij het UMCG

  • Alumnus aan het woord
Alumnus Griëtte Bos-Bos op haar werkplek

Alumnus Griëtte Bos-Bos studeerde in 2016 af bij Medische Diagnostiek en ging daarna aan de slag op het lab Algemene Chemie en Hematologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG).

‘Toen ik mijn studiekeuze ging maken had ik niet het idee dat ik analist wilde worden, maar ik vond biologie wel heel interessant en ik wilde ook graag iets doen waarbij je echt praktisch bezig bent. Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek paste daar goed bij. Ik koos wel bewust voor de richting Medische Diagnostiek, omdat ik mezelf niet zo snel zelf onderzoek zag doen, en ik vond het leuker om protocollen te volgen en mee te helpen bij diagnoses. En ik was altijd al redelijk analytisch, nauwkeurig en nieuwsgierig naar de werking van het menselijk lichaam, en dat bleken goede eigenschappen voor deze studie.

In het laatste jaar van de studie heb ik mijn stage en mijn afstudeeronderzoek gedaan op verschillende afdelingen van het UMCG. Dit beviel goed, en toen er een vacature kwam binnen het UMCG heb ik dan ook meteen gesolliciteerd. Zo ben ik uiteindelijk op het lab Algemene Chemie en Hematologie beland.

Op deze afdeling komen allerlei monsters van bijvoorbeeld het bloed of de urine van patiënten binnen die getest moeten worden. Die monsters gaan in apparaten die automatisch de metingen doen. Als analist moet ik er voor zorgen dat die machines goed lopen en dat de resultaten die eruit komen ook echt kloppen. Daarnaast ben je ’s avonds en ’s nachts verantwoordelijk voor onderhoud aan de machines. Zo houden we het hele proces gestroomlijnd, en dat moet ook wel, want we moeten binnen een uur de resultaten door kunnen geven aan de arts of verpleegkundige.

Het werk verschilt wel een beetje van de opleiding omdat je hier veel apparaten hebt die de analyses voor je doen. Tijdens mijn studie moest ik al de verschillende stappen vaak zelf uitvoeren. Maar het is wel goed dat ik zoveel praktische basiskennis heb, want dat helpt me ook bij het begrijpen wat het apparaat doet en het oplossen van problemen die soms ontstaan.

Ik gebruik mijn kennis van de opleiding dus nog dagelijks. Natuurlijk zijn er ook aspecten van de opleiding die ik niet zo veel meer tegenkom, zoals genetica, maar ik vind het fijn om te weten dat ik die kant nog wel op zou kunnen gaan als ik dat zou willen. Ik vind mijn werk nu erg leuk en de werkplek is ook heel gezellig, dus ik ga voorlopig nergens heen.’