Oekraïense studente Anna een jaar na het begin van de oorlog

  • Nieuws
anna bezpala

Een jaar geleden, vlak na het begin van de oorlog in haar vaderland Oekraïne, interviewden we studente Internationale Communicatie Anna voor hanze.nl. Ze sprak over angst, hoop, het lot van haar familie en de humanitaire acties waarbij ze betrokken was. Hoe voelt ze zich nu?

Hoe voel je je in vergelijking met een jaar geleden?
'Moeilijk te zeggen. In het begin was ik totaal geschokt toen ik hoorde over de bombardementen en de wreedheden. Nu voel ik me een beetje verdoofd, het lijkt alledaagser geworden. Het maakt nu meer deel uit van een verschrikkelijk nieuw normaal, dat ver af staat van studie, mijn vrijwilligerswerk en mijn debatclubs. Het maakt deel uit van een dualiteit die mijn leven is binnengedrongen. Hier in Nederland is alles vredig, terwijl een deel van mijn familie in gevaarlijke omstandigheden leeft.'

Hoe ga je om met die dualiteit?
'Sinds de Russische inval vorig jaar ben ik twee keer naar Oekraïne geweest: in de zomer en met kerst. Als ik bij mijn familie in Oekraïne ben, is het op de een of andere manier gemakkelijker om de oorlog een plekje te geven. Hier moet ik emoties onderdrukken, dat is emotioneel slopend. Je moet altijd uitleggen waarom je verdrietig, depressief of woedend bent. In Oekraïne hoef je niets uit te leggen. Iedereen maakt hetzelfde mee. Maar ik waardeer de veiligheid hier zeker. Toen ik mijn familie in Kyyiv bezocht, raakte een deel van een Russische raket een huis vlakbij. Mensen stierven. Dat deed me beseffen hoe kwetsbaar we zijn met die bombardementen, je verliest zomaar je leven. Ik ben erg blij dat mijn moeder en mijn jongere broer nu in Nederland wonen. Mijn moeder werkt voor een Nederlands bedrijf. Maar mijn grootouders en de rest van mijn familie zijn er nog steeds.'

Ben je nog steeds betrokken bij hulpinitiatieven voor Oekraïne?
'Ik was betrokken bij humanitaire hulp, het inzamelen van voedsel en goederen. Dat heb ik tot het einde van de zomer gedaan. Nu doe ik communicatiewerk bij Oekraïense studentenorganisaties, om het bewustzijn over de oorlog op peil te houden. Ik help met posters en teksten voor het organiseren van demonstraties in Groningen. Ik heb ook deelgenomen aan de organisatie van een demonstratie in Amsterdam.

Een jaar geleden deden Nederlanders veel om Oekraïne te steunen. Is dat aan het veranderen?
'De meeste Nederlanders sympathiseren nog steeds met Oekraïne, daar heb ik geen twijfels over. Maar nu lijkt het alsof ze vinden dat het allemaal beter gaat met Oekraïne en dat de oorlog snel voorbij zal zijn. Dat is gevaarlijk, want we hebben nog steeds actieve hulp nodig, het is moeilijk te voorspellen wanneer de oorlog voorbij is. We hebben humanitaire en militaire hulp net zo hard nodig als een jaar geleden, de oorlog is nog steeds in een heel heftig stadium. Veel Nederlanders hebben gemengde gevoelens over militaire hulp, maar als het westen geen grote steun geeft naar de Oekraïense strijdkrachten, zal er geen vrij Oekraïne meer zijn om humanitaire hulp aan te geven. Ik hoop dat mijn kinderen een land krijgen zonder oorlog en zonder geschillen over grenzen.'

Voel je je nog steeds gesteund door de Hanze-gemeenschap?
'Ze doen nog steeds veel. We mogen bijvoorbeeld gebruik maken van de printfaciliteiten van de Hanze om posters en stickers te maken, dat helpt zeker. Maar studenten en medewerkers zijn minder actief in de hulpverlening omdat de oorlog niet meer zo in het nieuws is. Ik hoop dat de Hanze twee dingen voor ons blijft doen. Het ene is de Russen en Oekraïners zoveel mogelijk gescheiden houden. Het is erg traumatiserend om Russen in de klas te ontmoeten, zelfs als ze met ons meeleven. Het andere is financieel. Vorig jaar werd het collegegeld voor Oekraïners verlaagd. Er gaan geruchten dat het weer omhoog gaat. Voor mij persoonlijk zou dat geen groot probleem zijn, maar er zijn Oekraïners, die bijvoorbeeld hun bedrijf hebben verloren, die het reguliere collegegeld niet kunnen betalen. Ik hoop dat de Hanze die studenten voor een lager collegegeld zal blijven toelaten.'

Hoe zie je je toekomst?
Mijn toekomst ligt absoluut in Oekraïne. Ik wil mijn land helpen. Ik zie daar een communicatierol voor mezelf weggelegd, misschien op een ministerie, bijvoorbeeld Buitenlandse Zaken. Er is nog veel te doen om onze cultuur uit te dragen en onze identiteit en onze internationale positie uit te leggen. Met mijn internationale ervaring denk ik nuttig te kunnen zijn. Misschien kan ik toekomstige partnerschappen bevorderen.'