Toelatingseisen Jazz

1. Het spelen of zingen van twee of drie stukken uit het Jazz repertoire, gekozen om verscheidenheid te tonen in stijlen en tempi. Je hoeft alleen bladmuziek van standards mee te nemen voor het combo, niet voor de commissie. Je moet verder je vaardigheden tonen in het spelen van een melodie, begeleiden en improviseren (soleren). Het is niet aan te raden een meespeelband te gebruiken.
2. Het is een bonus wanneer je een klassiek stuk ten gehore kan brengen. (dit geldt niet voor zang, drums en gitaar).
3. Het is ook aan te raden de commissie je andere muzikale vaardigheden te laten zien, zoals het bespelen van een 2e instrument of, wanneer je denkt speciale vaardigheden te hebben als componist, een zelf geschreven compositie (niet meer dan 1) Breng bladmuziek van je originelen.
4. Alle niet-pianisten kan worden gevraagd enkele toonladders en eenvoudige akkoorden op de piano te spelen

Kandidaten moeten in staat zijn het volgende te spelen:

• Toonladders, stijgend en dalend, majeur, harmonisch, melodisch mineur en in alle modi.
• Akkoorden: stijgend en dalend kunnen van de drieklanken groot, klein, verminderd, overmatig en sus-4; en van de vierklanken majeur 7, mineur 7, dominant 7 en dim 7

Het a prima vista kunnen spelen van een eenvoudige big band- of ensemblepartij aan de hand van traditionele notatie en akkoordsymbolen.

Extra richtlijnen piano

Er dienen twee volledig genoteerde stukken voorbereid te worden op het niveau IV/V van Kloppenburg, waaronder in ieder geval een inventie van J.S. Bach. Voor het tweede stuk kan er zowel gekozen worden uit jazz pianorepertoire als uit klassiek pianorepertoire. Voorbeelden zijn:

• Een stuk uit “Lee Evans arranges”
• Een stuk uit “Jazzparnasz” (no. 20 t/m 30) van Manfred Schmitz
• Een stuk uit “Microstyles 4” van Christopher Norton
• Een etude van Stephen Heller, op. 47
• Een stuk uit “Lyrische Stücke” van Edvard Grieg, op. 12

Extra richtlijnen saxofoon

Speelvaardigheid moet de kandidaat aantonen door het spelen van etudes uit bijvoorbeeld Lennie Niehaus, (vanaf deel 1a) en uit Charly Parker Omnibook.

Extra richtlijnen trombone

Een Klassieke etude naar keuze, bijvoorbeeld uit:

• Robert Muller, “Technical Studies vol. 3”
• J. Rochut/Bordogni, “Melodic Studies deel 1”

Extra richtlijnen zang

Er kan bij de toelating gevraagd worden om een doktersattest van de KNO-arts waaruit blijkt dat er geen fysieke belemmeringen zijn om een zangstudie te volgen.

Je dient 3 stukken te zingen in verschillende tempi en stijlen.
Er mogen eigen composities worden gezongen.

Je dient 1 verplicht stuk te zingen waarbij je kiest uit de volgende stukken uit het Great American Songbook:

• Body and Soul (Heyman/Sour/Eyton/Green)
• My Funny Valentine (Rodgers & Heart)
• I’m beginning to see the light (Ellington)
• I thought about you (Van Heusen)\
• Night and Day (Porter)

Ook kan er gevraagd worden een improvisatie op een bluesschema te zingen. Minstens 1 van de stukken moet zonder microfoon worden gezongen.