‘Energiearmoede is complex voor gemeenten’

  • Alumnus aan het woord
Hanna Kreuger.jpg

Hanna Kreuger volgde de master Energy for Society. Met haar afstudeeronderzoek Mindsets van gemeentelijke ambtenaren over de aanpak van energiearmoede won ze de Student Award tijdens New Energy Forum 2023.

‘Ik was al langer geïnteresseerd in het onderwerp energiearmoede. Door corona en de oorlog in Oekraïne is het aantal energiearme huishoudens gegroeid en komt het onderwerp vaker voorbij in het nieuws. In Nederland hebben een half miljoen huishoudens te kampen met energiearmoede. Vanuit de overheid is helaas geen definitie vastgesteld van energiearmoede. TNO heeft dit wel gedaan: huishoudens met een laag inkomen in combinatie met een hoge energierekening en/of een slecht geïsoleerd huis. Toen ik mij voor mijn onderzoek begon te verdiepen, kwam ik al snel de gender rode draad tegen in het verhaal. Ik heb dieper gekeken naar huishoudens die te maken hebben met energiearmoede. Deze bestaan uit verschillende samenstellingen. Wat vooral opvalt is dat éénvijfde van deze samenstellingen éénoudergezinnen zijn die geleid worden door vrouwen. Vrouwen verdienen vaak minder in Nederland, hebben minder toegang tot de arbeidsmarkt en bij gebroken gezinnen wonen de kinderen vaak bij de vrouw in huis. Kortom: gemiddeld lagere inkomens en hogere (energie)lasten waardoor vrouwen sneller in energiearmoede terechtkomen. Als je kijkt naar beleid wordt er geen onderscheid gemaakt tussen gezinssamenstellingen. Hierdoor vallen mensen tussen wal en schip.’

Institutie-focussers en verkenners

‘Vervolgens heb ik gekeken naar de inzet van de SPUK-gelden bij gemeenten en naar de verschillende mindsets die ambtenaren hebben rondom het thema energiearmoede. SPUK staat voor specifieke uitkering. SPUK-gelden zijn geen specifieke beleidsoplossingen, maar budgetten om op gemeentelijk niveau bijvoorbeeld energiearmoede tegen te gaan. Het lijkt een mooie regeling, omdat gemeenten zelf kunnen bepalen hoe het geld wordt ingezet. Toch zie je in de praktijk grote verschillen tussen gemeenten. De ene gebruikt de gelden om bijvoorbeeld tochtstrips te financieren, de andere gemeente gebruikt het voor de energietoeslag. Dat zorgt voor plaatselijke ongelijkheden. Om de hoofdonderzoeksvraag te beantwoorden, gebruikte ik de Q methode in combinatie met interviews van respondenten. Uit de enquête waarin beleidsmedewerkers stellingen over de aanpak van energiearmoede hebben gesorteerd en interviews hebben gegeven zijn twee type mindsets geïdentificeerd bij verantwoordelijk gemeentelijke beleidsmedewerkers: de institutie-focussers en de verkenners. De institutie-focussers hebben de neiging om het eens te zijn met stellingen die minder verantwoordelijkheid voor gemeenten schetsen. De verantwoordelijkheid voor de aanpak van energiearmoede ligt bijvoorbeeld meer bij woningcorporaties en de nationale overheid volgens hen. De verkenners zetten stellingen over het verder definiëren en onderzoeken van energiearmoede hoger op hun prioriteitenlijst. Verkenners benadrukken het belang van een lokaal perspectief op energiearmoede en zijn het duidelijk oneens met alléén een financiële aanpak.’

Complex

‘De uitkomsten lieten ook zien dat het thema energiearmoede complex is voor gemeenten. Het ontbreekt soms ook aan de juiste kennis. Zo is er lokaal nauwelijks aandacht voor het feit dat één op de vijf huishoudens met energiearmoede éénoudergezinnen zijn die geleid worden door vrouwen, terwijl grotere onderzoeken hier wel over schrijven. Op korte termijn laat mijn onderzoek zien waar de bottlenecks zitten in de aanpak van energiearmoede; het huidige nationale beleid is ontoereikend voor meer dan een half miljoen huishoudens en de complexe aard van deze huishoudens kan nog onvoldoende worden ingezien door beleidsmedewerkers. Dat wil niet zeggen dat ze de complexiteit niet erkennen. In mijn onderzoek doe ik een aantal aanbevelingen om de situatie te verbeteren. Zo kunnen gemeenten meer kennis uitwisselen. Het is dan wel van belang dat er organen gecreëerd worden waarbij gemeenten van dezelfde grootte met elkaar gaan samenwerken. Daarnaast moeten gemeenten kennis en capaciteit krijgen om de complexiteit van energiearmoede op lokaal niveau uit te kunnen drukken. Ook kunnen de voorwaarden van de SPUK-gelden aangevuld worden met vereisten en een langetermijnvisie. Zo wordt het voor gemeenten makkelijker om een roadmap te maken en ruimtelijke onrechtvaardigheden door verschillen tussen gemeenten te verminderen.’

Hanna is in februari 2023 afgestudeerd en inmiddels werkzaam als adviseur energietransitie bij adviesbureau Over Morgen. Aan het winnen van de Student Award zit een geldbedrag vast van duizend euro. Dit bedrag wil Hanna in gaan zetten voor het ontwikkelen van een HanzePro-cursus over energiearmoede voor gemeentelijke ambtenaren.

Lees meer over het onderzoek