‘Inmiddels is de functie van Physician Assistant niet meer weg te denken van de werkvloer’

  • Alumnus aan het woord
Profielfoto R. Vermeulen.jpg

Robbert Vermeulen rondde de Master Physician af in 2013 en werkt inmiddels op de afdeling Klinische Genetica van het UMCG. Met een verpleegkundige achtergrond startte hij de opleiding destijds vanuit een behoefte aan verdieping en verbreding van zijn eigen werkveld.

‘Ik begon in 2010, in een fase waarin het beroep van Physician Assistant nog aan een opmars bezig was. Het was toen nog heel erg zoeken binnen de organisatie en ook de afdeling hoe we PA’s in zouden kunnen zetten.’ Maar inmiddels, zo blikt Robbert terug, is de functie van PA niet meer weg te denken van de werkvloer.

Kwalitatief goede patiëntenzorg is de kern

Wat is volgens Robbert eigenlijk de kern van de functie PA? ‘Dat ligt eraan vanuit welk perspectief je naar de functie kijkt. De kern is het leveren van kwalitatief goede patiëntenzorg binnen een bepaald specialisme.’ Bovendien zijn PA’s ook vanuit het perspectief van de organisatie erg waardevol: ‘PA’s kunnen veel continuïteit bieden binnen een afdeling. Daarnaast kunnen PA’s hun zelfstandige bevoegdheid inzetten voor het waarborgen van de kwaliteit van zorg in nauwe samenwerking met de andere beroepsbeoefenaren die er werken.’

Een opleiding die veel brengt maar ook veel van je vraagt

Robbert blikt terug op de opleiding, die hem de verbreding én verdieping bracht waar hij naar op zoek was: ‘Dat is het mooie van deze opleiding: je krijgt een uitgebreide set aan kennis en vaardigheden aangeleerd, vanuit de opleiding en via de stages met de EPA’s en GEPA’s. Dat stelt je ook in staat om, weliswaar met interne bijscholingsprogamma’s, de switch te maken van het ene naar andere specialisme. Zo maakte Robbert zelf de overstap van de cardiologie naar klinische genetica. Dat je aan de opleiding begint na een aantal jaren werkervaring is volgens Robbert noodzakelijk: ‘Dat is een belangrijke basis om de opleiding in te gaan.’ Maar bereid je goed voor, zo benadrukt hij ook: ‘Het is een opleiding die veel brengt maar ook veel van je vraagt. Als je het zo kunt organiseren dat je in balans kunt blijven van werken, opleiden en ook nog tijd hebt om jezelf te zijn, dan gaat het wel goedkomen.’

De mens blijven zien

Met plezier vertelt verder Robbert over de opleiding: ‘Ik vond het een hele leuke tijd: omdat we met z’n allen aan het pionieren waren. We hadden een hele leuke diverse groep, waarin we ook veel van elkaar konden leren.’ Daarbij gaat het niet alleen over de medische inhoud van het vak, maar ook over wat het met jou als persoon doet. ‘Die aandacht voor jou als zorgverlener en de dingen die door de witte jas heen kunnen gaan, dat vond ik heel waardevol. Zo’n witte jas is ook bedoeld om afstand te scheppen, en die professionele afstand is nodig in de uitoefening van je vak. Maar er zijn bepaalde gebeurtenissen en personen die daar dwars door heen gaan. Als je zo persoonlijk in je vak kunt blijven staan dan maakt dat je een hele goede zorgverlener. Dat geldt denk ik voor alle zorgverleners: je moet de mens blijven zien'.