'Dit is het beste van twee werelden'

  • Alumnus aan het woord
Ervaringsverhaal foto Jesper van Haastrecht AOLB 2.jpeg

Jesper van Haastrecht is alumnus van de AOLB. Deze academische pabo-opleiding was voor hem de ideale combinatie van een studie tot leerkracht in het basisonderwijs en een wetenschappelijke verdieping. De extra kennis die de AOLB biedt over gedrag en leerproblemen zet hij nu in op zijn werkplek in het speciaal basisonderwijs.

“Ik kom uit een echte onderwijsfamilie: mijn beide ouders zijn ook leerkracht. Na mijn vwo wilde ik ook iets in die richting doen, maar op vwo-niveau kom je dan al snel uit bij sociologie of bewegingswetenschappen. Dat is niet hetzelfde als voor de klas staan. Maar toen kwam ik erachter dat er ook een academische Pabo is: een mix van wetenschappelijk onderwijs en praktijkvakken uit de pabo. Op de meeloopdag zag ik: dit is het beste van twee werelden.”

Twee diploma’s

“Wat mij vooral aansprak was de variatie. De ene dag sta je te kleien in een praktijkles, de andere dag volg je in een collegezaal het vak onderwijspsychologie. En na vier jaar heb je twee diploma’s: voor de Pabo en voor pedagogische wetenschappen. Je kunt dus nog kiezen of je voor de klas wilt of liever de onderwijswetenschappen of orthopedagogiek in.”

Speciaal basisonderwijs

“Stagelopen vond ik het allerleukst. Dat doe je meteen vanaf jaar 1. In het begin kijk je nog vooral wat er op je afkomt, maar je brengt steeds meer diepgang in je lessen. Via stages en meeloopdagen kwam ik erachter dat de sbo-doelgroep mij aantrok. Ik vind het tof dat kinderen die in het regulier onderwijs vastlopen toch hun plezier in het onderwijs terugvinden binnen het sbo. Het is een diverse doelgroep met gedrags- en leerproblemen, van ADHD tot hechtingsstoornissen. In het reguliere onderwijs zijn deze kinderen vaak buitenbeentjes. Dan is het mooiste wat je dus kunt horen, dat ze hier weer met een lach naar school gaan.”

Verdieping in zorg

“In de AOLB zit een verdieping in zorg en leren. Je leert wat kinderen nodig hebben om te leren, en dus ook wat je kunt doen voor kinderen die in het reguliere onderwijs niet meekomen. De opleiding gaf me een onderzoekende houding ten opzichte van de manier waarop het onderwijs wordt ingericht. Het valt mij bijvoorbeeld op dat veel scholen, ook de onze, bepaalde vakken altijd op hetzelfde tijdstip geven. Terwijl kinderen niet de hele dag hetzelfde concentratieniveau hebben. Bijvoorbeeld door het bioritme of door uitgewerkte medicatie, wat bij ons op school veel voorkomt. Mijn aangeleerde kritische houding leverde het idee op om de roosters zo in te richten dat alle leerlingen ieder vak goed kunnen volgen. De opleiding heeft me dus heel goed voorbereid op dit werkveld.”