‘Met een ALO-diploma kun je meer dan alleen sportdocent worden’

  • Student aan het woord
Nynke Swart 2.jpg

Al op de middelbare school spoorden haar docenten Nynke Swart aan om iets met sport te gaan doen. Ze koos voor de mbo-opleiding Sport en Bewegen en stroomde daarna door naar de ALO. Daar heeft ze het nog meer naar haar zin dan ze van tevoren had gedacht.

Meer weten over deze opleiding? Kom naar de Open Dag of vraag een brochure aan

‘Al mijn hele leven ben ik gek op sport. Dat zit in de familie trouwens: zowel mijn vader als zus zijn gymdocent. En het lijkt erop dat ik hen achterna ga. Na de mbo-opleiding Sport en Bewegen wilde ik me graag nog verder ontwikkelen op het gebied van lesgeven. Daarom koos ik voor de ALO. Ik zit nu in het eerste jaar en heb het enorm naar mijn zin.’ 

‘In het eerste jaar ben je veel zelf aan het sporten. Sommige sporten, zoals zwemmen en atletiek, hebben we het hele jaar lang. Andere sporten komen gedurende een aantal lessen aan de orde. Daarnaast leren we natuurlijk lesgeven. We geven nu nog vooral elkaar les. Dat is heel leerzaam; je krijgt niet alleen feedback op de lessen die je zelf geeft, maar leert ook van de lessen die klasgenoten geven.’ 

‘Stages zijn een belangrijk onderdeel van de ALO. In het eerste jaar loop je één of twee dagen per week stage op een basisschool. Ik vind het fijn om op die manier al vroeg in de opleiding kennis te maken met de praktijk. Je krijgt al snel een goed beeld van hoe het is om te werken als gymdocent.’ 

‘Na mijn studie wil ik óf lesgeven op een mbo-opleiding Sport en Bewegen, óf werken en reizen combineren. Bijvoorbeeld door ’s winters skiles te geven – dat doe ik nu ook al – en ’s zomers outdoor sportlessen. Ook lijkt het me leuk om sportevenementen te organiseren. Ja, ik heb plannen genoeg. Dat vind ik ook het leuke van de ALO: je kunt er zoveel meer mee dan alleen sportdocent worden.’