‘Als leraar ALO-Pabo hoop ik straks meer kinderen in beweging te krijgen, want al springend leer je beter’

  • Student aan het woord
Jet Winter

Jet Winter koos voor de ALO-Pabo. Juist de afwisseling tussen de motorische vaardigheden en de cognitieve ontwikkeling van het kind vindt zij erg leuk.

‘Ik heb een jaar Verpleegkunde gedaan en kwam erachter, dát is het niet. ALO zat altijd al in mijn hoofd, maar ik zag mezelf niet mijn hele leven als sportleraar. Pabo leek me sowieso leuk en bij de ALO-Pabo, word je leraar basisonderwijs én sportleraar. De puzzelstukjes vielen op zijn plaats. Ik zou later mijn eigen basisschoolklas les kunnen geven of bijvoorbeeld juf worden op de basisschool en sportleraar in het voortgezet onderwijs. Sport aan pubers geven, lijkt me ook heel leuk.'

‘ALO-Pabo is een nieuwe opleiding, maar omdat het een samenvoeging is van twee opleidingen die al heel lang bestaan, heb je ervaren docenten voor de klas en merk je daar eigenlijk niets van. De afwisseling vind ik vooral heel erg leuk. Bij de ALO krijg je alle sportvakken en bij de Pabo ga je meer de diepte in met de ontwikkeling van het kind en de didactiek, de kunst van het onderwijzen en motiveren van kinderen. Op de ALO ligt de focus op motorische vaardigheden, bij de Pabo op cognitieve en sociaal emotionele capaciteiten. Die verdieping vind ik mooi. Want hoe meer je over kinderen weet, hoe beter je les kunt geven.'

‘Als leraar ALO-Pabo hoop ik straks meer kinderen in beweging te krijgen. Ik wil kinderen laten ontdekken hoe leuk het is om buiten te spelen. Als kind was ik altijd buiten. Op de trampoline, hutten bouwen… Ik weet zelf hoe leuk dat is en ik wil kinderen dat ook meegeven. Juist de kinderen die altijd op hun telefoon zitten. We zijn op de opleiding ook bezig met ‘bewegend leren’. Dan bewegen kinderen bijvoorbeeld in de rekenles of ze gaan even tijdens de les naar buiten. Er is nog niet zoveel onderzoek naar gedaan, maar dat het een positief effect op de concentratie heeft, is wel aangetoond.'  

‘Een verrassend vak vond ik Professionele Identiteit, waarin je jezelf vragen stelt als: wie ben ik en wie wil ik zijn, als mens en als docent? Eerst twijfelde ik een beetje, maar het was heel interessant om bij zulke levensvragen stil te staan. Daardoor ben ik bewuster met mijn studie én met de toekomst bezig.’