'Bij Grotius maak je kennis met het Nederlandse onderwijs en cultuur’

  • Alumnus aan het woord
Amena Syouf.png

Amena Syouf werkte zeven jaar als verloskundige in Syrië, Libanon en Libië, waar ze meer dan 2.500 baby’s ter wereld hielp. In 2015 vluchtte ze naar Nederland. De in Syrië geboren verloskundige wilde zo snel mogelijk weer aan de slag in haar vak. Dat lukte niet, maar op 11 juli 2023 ontving ze wel haar HBO-V-diploma.

Amena Syouf woonde een jaar in het asielzoekerscentrum (AZC) in Stadskanaal. Daarna verhuisde ze naar Groningen. Ze deed taal- en inburgeringscursussen en probeerde uit te zoeken hoe ze haar Syrische Verloskunde-diploma in Nederland gewaardeerd kon krijgen. Amena: ‘De taal leren was mijn eerste doel, het heeft me zeker een jaar gekost. De UAF, de organisatie voor vluchtelingstudenten, heeft mij de weg gewezen hoe ik mijn diploma kon laten waarderen en me in contact gebracht met het Grotius-programma voor statushouders op de Hanze. Bij Grotius maak je kennis met het Nederlandse onderwijs en de Nederlandse cultuur.’

Mijn enige waardigheid

Vrouwen bevallen over de hele wereld hetzelfde en Amena kreeg haar Syrische diploma gewaardeerd. Alleen aan het werk kon ze niet. Van het BIG-register – een BIG-registratie is nodig om je beroep in de zorg uit te oefenen - mocht ze niet in Nederland werken. ‘Mijn diploma was mijn enige waardigheid, dat waardeloos werd. Ik hoopte nog de vaardigheden die ik niet had via een stage bij te leren, maar dat kon niet. Bij de Academie voor Verloskunde moest ik vier jaar naar school om een paar vakken te halen. Dat vond ik zonde van mijn tijd. In die vier jaar ging ik liever een heel nieuw diploma halen. Een voltijd-opleiding was de enige optie want voor deeltijd moet je werken, en dat mocht ik niet met mijn Syrische diploma.
Ondanks de andere cultuur en andere taal is Amena in vier jaar afgestudeerd als HBO-Verpleegkundige. Ze vindt het wel jammer dat er bij de opleiding weinig ervaring is met buitenlandse studenten. ‘Anderstalige studenten hebben meer ondersteuning nodig dan er nu wordt geboden. De hulp van mijn studieloopbaanbegeleider en medestudenten heb ik erg gewaardeerd. Die ondersteuning was fijn.’

SOAP-methode

Voor haar eindscriptie deed Amena, met haar studiemaatje Nancy Kleijweg, onderzoek voor ZINN naar de SOAP-methode, dat is een werkwijze waarmee zorgmedewerkers methodisch kunnen rapporteren. ZINN is gespecialiseerd in zorg voor ouderen, thuis en op woonzorglocaties. Amena: ‘De vraag was: wat hebben de zorgmedewerkers van ZINN nodig om volledig te rapporteren volgens de SOAP-methode? Het was een kwalitatief onderzoek, want het ging over ervaringen en meningen van zorgprofessionals. Ik heb medewerkers van ZINN geïnterviewd, de interviews geanalyseerd en gecodeerd. Uit het onderzoek bleek dat de geïnterviewden tijd nodig hadden, scholing, een rustige plek en ondersteuning van een praktijkbegeleider of de regieverpleegkundige. Ze zitten met de patiënten in één ruimte, dan is het lastig om je te concentreren en gestructureerd te rapporteren.’

Oplossingen

Amena heeft ook oplossingen bedacht voor haar opdrachtgever. Zoals een kaart die de medewerkers bij zich dragen, waarop ze notities kunnen maken volgens de SOAP-methode. ‘Dat maakt het eenvoudiger om de rapportage in het computersysteem te zetten’, legt Amena uit. ‘Het hele team heeft nu de mogelijkheid om een e-learning module te volgen en alle nieuwe medewerkers krijgen de lessen ook aangeboden. De opdrachtgever was tevreden. Mooi dat mijn eindscriptie direct resultaten heeft opgeleverd voor de zorg.’

Eindelijk aan het werk

Amena gaat meteen aan de slag bij het AZC in Ter Apel, bij het GZA, (GezondheidsZorg Asielzoekers). ‘Zorgdossiers openen voor nieuwe vluchtelingen, registeren welke zorg ze nodig hebben en de mensen volgen. Na mijn inwerkperiode in Ter Apel hoop ik in de regio Groningen aan het werk te gaan, want ik heb ook de zorg voor een dochter van vier.’