Curious Minds: een positieve benadering van talent

  • Onderzoeker aan het woord
Curious Minds

​Ieder kind is talentvol, mits talentvol benaderd. Dat is het uitgangspunt van het onderzoeksnetwerk Curious Minds.

Vanuit verschillende kennisdomeinen wordt onderzocht hoe talentvol gedrag kan worden gestimuleerd. Hiermee werkt het onderzoeksnetwerk aan meer kansengelijkheid in het onderwijs door het bieden van een talentgerichte context, waarin educatieve professionals elk kind als talentvol benaderen en optimaal aansluiten bij de ontwikkelbehoefte van elk kind van 0 - 14 jaar. Zo bestuderen Hanze-onderzoekers Ineke Haakma en Linda Hendriks het bevorderen van talent en creativiteit binnen kunsteducatie in het basisonderwijs en onderzoekt hun collega-onderzoeker Frank Assies het effect van talentgericht werken binnen de pabo. Henderien Steenbeek is copromotor van het promotieonderzoek van Assies en Hendriks en tevens trekker van het netwerk Curious Minds.

Curious Minds is ontstaan naar aanleiding van TalentenKracht, een landelijk project over het talent van jonge kinderen voor wetenschap en technologie. Aan dit landelijke project werkten verschillende Nederlandse en Belgische hoger onderwijsinstellingen mee, waaronder de Hanzehogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen. In 2017 werd het onderzoek uitgebreid naar andere kennisdomeinen, zoals kunsteducatie, bewegen en talent en taalontwikkeling en naar specifieke doelgroepen, zoals kinderen met speciale onderwijszorgbehoeften, daarmee was Curious Minds geboren. 'Het onderzoeksnetwerk heeft als motto: iedereen is talentvol mits talentvol benaderd. Vanuit dit motto worden pedagogische en didactische strategieën onderzocht en ontwikkeld die in het onderwijs worden toegepast. Dit als insteek voor het versterken van de didactische vaardigheden van leerkrachten; een algemeen aanvaarde effectieve onderwijsinterventie', vertelt trekker Henderien Steenbeek. Steenbeek is lector Diversiteit in Leren en Gedrag bij de Hanzehogeschool en daarnaast als universitair hoofddocent ontwikkelingspsychologie werkzaam bij de Rijksuniversiteit Groningen.

Talent en talentontwikkeling zijn brede en lastig te definiëren begrippen, dat beseffen de onderzoekers betrokken bij Curious Minds. Zo ook Frank Assies, die als promovendus en docent binnen de Pedagogische Academie van de Hanzehogeschool onderzoek doet naar talentgericht werken binnen pabo´s. ´Bij talentontwikkeling gaat het volgens mij om het ontdekken van wat je nog niet in jezelf of je leerling ziet en daar vervolgens op doorgaan. Daarbij is de wisselwerking tussen leerling en leerkracht belangrijk, van eenrichtingsverkeer naar wederzijdse beïnvloeding. Talent gaat ook niet om de beste zijn ten opzichte van de groep, maar om jezelf vergelijken met je vroegere zelf en te zien welke stappen je hebt gezet.' Het is een manier van kijken naar kinderen en hun ontwikkeling waarbij talent niet iets is wat je hebt, maar iets wat verschijnt (emergent) en waarbij de omgeving van het kind heel belangrijk is.  

In plaats van door prestatiegedrevenheid en het halen van hoge cijfers, kenmerkt talentvol gedrag zich door nieuwsgierigheid, enthousiasme, ontdekken, verwondering, creativiteit, kritisch denken en het leggen van verbanden. Binnen Curious Minds stellen de onderzoekers dat leerkrachten dit talentvolle gedrag bij leerlingen kunnen stimuleren door zelf ook talentvol te handelen. Hier komt de TalentenKracht-benadering om de hoek kijken. 'Daarin staan drie pedagogisch didactische pijlers centraal: ruimte bieden, structuur geven en adaptieve ondersteuning', legt lector Steenbeek uit. Een voorbeeld van ruimte bieden is het stellen van exploratieve vragen. Structuur kan geboden worden door doelen aan het begin van een les te stellen. Adaptieve ondersteuning heeft te maken met het inspelen op cognitieve en/of sociale behoeften van leerlingen en de middelen die een leerkracht daarvoor gebruikt. Maar het is geen receptenboek, het gaat vooral om hoe je naar kinderen en hun ontwikkeling kijkt!

Op basis van de drie pijlers ruimte bieden, structuur en adaptieve ondersteuning ontwikkelen de onderzoekers samen met het werkveld een breed scala aan praktijkproducten. 'Zo werken we samen met het samenwerkingsverband Academische Opleidingsscholen Noord-Nederland, het Primoraat van Openbaar Onderwijs Groningen en RENN4, vanuit deze visie op het versterken van de handelingskracht van leerkrachten en daarmee het bieden van gelijke kansen aan alle leerlingen', vertelt Steenbeek. De visie op talentgericht werken is daarnaast een van de pijlers bij het onderwijs van de Hanze Educatie Academie en ligt deze ten grondslag aan het nieuwe curriculum van de Pedagogische Academie. Verder staat de visie centraal in de Master Talentontwikkeling en Diversiteit, waar professionals vanuit het PO, VO, MBO en HBO de opgedane kennis en vaardigheden meenemen naar hun eigen werkplek.

Ook is er een coachingsmethodiek ontwikkeld (videofeedback coaching-on-the-job), die op meerdere domeinen en doelgroepen is toegepast. Zo is de methodiek doorontwikkeld voor kinderen met Autisme Spectrum Stoornis, in samenwerking met diverse werkveld partners, zoals Cosis en Team 050. Het doel hiervan is dat ook deze kinderen vanuit hun talent (kracht) worden benaderd in plaats van aan de hand van het probleem (de klacht, diagnose). De coachingsmethodiek houdt in dat educatieve professionals een traject volgen waarbij hun lessen worden gefilmd en zij daarmee kunnen reflecteren op hun eigen lespraktijk. Voor zijn promotieonderzoek paste Assies het traject toe voor hbo-docenten, binnen de rekensectie van 3 verschillende pabo's: in Groningen, Zwolle en Almere. 'Omdat leerlingen lessituaties vaak anders ervaren dan leerkrachten, hebben leerkrachten echt baat bij het bekijken van eigen lesbeelden in plaats van dat ze alleen kunnen reflecteren op hun lessen op basis van hun eigen ervaringen. Inzichten die ze hebben opgedaan uit eerdere lesbeelden kunnen ze in hun volgende lessen gelijk toepassen', vertelt Assies.  

Ook Ineke Haakma en Linda Hendriks pasten de coachingsmethodiek toe binnen hun onderzoek. Haakma gebruikte het binnen het (beeldende) kunstonderwijs en Hendriks paste het toe binnen het muziekonderwijs op basisscholen. 'Behalve inzicht en doorontwikkeling van de eigen lespraktijk tijdens de coaching, levert de analyse van lesopnames input op voor good practices, bijvoorbeeld in kunst- en muziekonderwijs op de basisschool. We willen leerkrachten nuttige handvatten bieden en bij hen bewustwording creëren over hoe ze zich opstellen. Het is niet ons doel om een soort kookboek te bieden met precies omschreven recepten voor perfecte lessen,' licht Steenbeek toe. Uiteindelijk gaat het binnen alle onderzoeksprojecten van Curious Minds om hoe je leerlingen het beste positief kunt benaderen, om zo kansrijk opgroeien bij alle kinderen te stimuleren.

De neiging om te focussen op wat ze (nog) niet zo goed gaat in plaats van wat al wel goed gaat, is niet alleen vaak van toepassing op de wijze waarop leerkrachten leerlingen benaderen. Het geldt net zo goed voor hoe leerkrachten naar zichzelf kijken, merken Assies, Haakma en Hendriks. 'Omdat leerkrachten in het basisonderwijs les moeten geven in zo veel verschillende vakgebieden, hebben ze vaak twijfels over hun eigen kennisniveau en hun competenties. Ze denken dan vaak: kan ik dit wel?' licht Hendriks toe. Assies geeft aan dat dit vaak helemaal niet erg is. 'Juist door kinderen zelf te laten ontdekken, open vragen te stellen, over een onderwerp te praten en in het gesprek het leerproces te laten ontstaan, kun je talentvol gedrag bij kinderen stimuleren.' De onderzoekers zijn enthousiast over het coachingstraject en zien kansen om het breder in te zetten dan alleen in het basisonderwijs en op pabo's. Ook wijzen de eerste resultaten erop dat leerkrachten meer autonomie-ondersteunend les zijn gaan geven, als gevolg van de coaching. 

Henderien Steenbeek begeleidt ook Marielle van den Hul-Kuijten die het fenomeen talentmoment bij een leergemeenschap van (studerende) leraren onderzoekt in het promotietraject Opkomend talent in leergemeenschappen en de rol ven medestudenten. Het project verbindt het Hanze brede lectoraat Leren in Leergemeenschap met het onderzoeksnetwerk Curious Minds.

Haakma en Hendriks zouden graag zien dat het traject verankerd wordt in de curricula van docentenopleidingen van onder andere het conservatorium en de kunstacademie. De scholen waarmee Haakma en Hendriks hebben samengewerkt zijn ook enthousiast. 'Deelnemende leerkrachten zeiden dat het hun ogen heeft geopend, maar dat het wel een intensieve ervaring is. Het is een heel persoonlijk ontwikkelingstraject waarin leerkrachten zich kwetsbaar opstellen, maar dan ook grote sprongen kunnen maken,' concludeert Hendriks.

Meer informatie over de methodiek voor kinderen met Autisme Spectrum Stoornis

Tekst: Anne Floor Lanting

Betrokken lector