'Je moet voorzichtig zijn met interpreteren van sensor­gegevens en het leggen van verbanden'

  • Onderzoeker aan het woord
Sensortechnology

​Bewoners van verpleeghuizen met dementie die onrustig op en neer lopen, schelden, op tafel tikken of gaan dwalen. Hoe kan sensortechnologie helpen om dat onbegrepen gedrag te zien aankomen? Docent-onderzoeker Jan Kleine Deters is nauw betrokken het project MOOD-Sense van het lectoraat Smart Industry. Een unieke samenwerking tussen de Hanzehogeschool en het Universitair Netwerk Ouderenzorg UMCG (UNO-UMCG).

Early warning system

Het tekort aan mensen in de zorg, wordt een steeds groter probleem. Je kunt dat oplossen door arbeidskrachten uit het buitenland aan te trekken of door technische oplossingen te zoeken. Jan Kleine Deters is docent-onderzoeker bij de opleiding Elektrotechniek en het lectoraat Smart Industry. 'Eén van de oplossingen is een early warning system voor onbegrepen gedrag van mensen met dementie in verpleeghuizen. Sensoren geven verpleegkundigen een seintje als de patiënt dat gedrag vertoont. Beter voor de dementerende en voor de verpleegkundigen die niet voortdurend mensen in de gaten hoeven te houden en minder stress ervaren in hun werk.'

Het early warning system met sensoren is het promotietraject van Jan Kleine Deters en onderdeel van het project MOOD-Sense. Jan leidt het project in goede banen en coördineert vijftien studenten Elektrotechniek die deelonderzoek doen en vijf afstudeerders van Industrieel Product Ontwerp, Elektrotechniek en Verpleegkunde. Het onderzoek is opgestart in september 2020 en een eerste pilot draait momenteel in een instellingen van de Zonnehuisgroep Noord. De studenten komen ook in het verpleeghuis in Loppersum als corona het toeliet.

Kleine Deters: 'We proberen het gedrag van patiënten objectief te beschrijven. Mensen die onrustig op en neer lopen, mensen die constant met hun horloge op tafel tikken, mensen die constant om de zuster roepen. Om dat in kaart te brengen gaan we te rade bij de medewerkers. Die moeten zeggen wat problematisch gedrag is. Iemand die rondloopt in de gang kan even een gezellig ommetje maken, maar het kan ook iemand zijn die uren doelloos ronddwaalt en zichzelf in gevaar brengt.'

Slimme ring

De onderzoekers gebruiken allerlei sensoren die ze op verschillende plaatsen aanbrengen. 'Hartslagmeters, licht- en geluidssensoren, vochtigheidsmeters in kussens en matrassen, we hebben ook een slimme ring die bewegingen registreert. De gegevens die uit die sensoren komen, moeten dan door algoritmes worden geïnterpreteerd en uiteindelijk is de uitkomst van zo'n algoritme dat de medewerker een seintje krijgt via zijn mobiele telefoon. Dan kan die een kijkje nemen.'

Studenten nemen interviews af met medewerkers. Ze komen met eisen voor het systeem dat ze nooit van hun leven zelf hadden kunnen bedenken.  'Zo wezen medewerkers hen erop dat smart kussens met sensoren er mooi moeten uitzien en bij de stoelen moeten passen, anders zullen de bewoners ze niet gebruiken. De slimme ringen moeten zoveel mogelijk lijken op de sieraden die ze al dragen, goud- of zilverkleurig. Een zwarte of rode zijn niet gewild'

Hoe meet je onrust?

Het project staat voor de nodige uitdagingen. 'Hoe meet je bijvoorbeeld onrust? Een hoge hartslag of zweten geeft een indicatie af, maar dat kunnen ook symptomen van iets anders zijn. Het stresshormoon cortisol kunnen we met sensoren helaas nog niet meten. We proberen ook patronen te vinden waarmee we kunnen voorspellen wanneer iemand gaat schelden. We zoeken correlaties tussen bepaalde vormen van beweging en probleemgedrag. Maar onder onbegrepen gedrag vallen ook niet-fysieke gedragingen. Het is een heel complex onderzoek en we zitten nog maar in de pioniersfase. We verzamelen nu nog vooral data in the wild in de hoop correlaties aan te tonen.'

Het aantonen van correlaties is een belangrijk onderdeel van het MOOD-Sense-project. 'Daarvoor is dat praten met de mensen op de werkvloer in verpleeghuizen ook zo belangrijk. De medewerkers kunnen bijvoorbeeld constateren dat er steeds als een bepaalde groep mensen bij elkaar zit een geagiteerde sfeer ontstaat. Of dat een iemand snel overprikkeld raakt door geluiden in de omgeving en dan begint te schelden, of dat een andere persoon juist te weinig prikkels ervaart in de omgeving en gaat dwalen om stimuli te zoeken.'

Schijnverbanden

Kleine Deters: 'Je moet heel voorzichtig zijn met interpreteren van sensorgegevens en het leggen van verbanden. Bij een onderzoeksproject in Portugal registreerden sensoren bij een groep ouderen vreemde onregelmatige bewegingen. Dat leek alarmerend totdat iemand poolshoogte ging nemen en zag dat ze aan het kaarten waren. Andere onderzoekers zagen dat een persoon met dementie vaak geagiteerd was als het vochtgehalte in zijn omgeving relatief laag was. Heel interessant, dachten ze eerst. Maar toen bleek uit gesprekken met medewerkers dat de bewoners altijd onder de douche gaan voordat ze familie op bezoek krijgen. Dat familiebezoek was bij die patiënt goed voor de stemming, maar dat had dus niets te maken met droogte of vochtigheid.'

Het project loopt nog drie jaar. 'Ik wil een eerste belangrijke stap maken met de systeemontwikkeling. Ik wil dat de kennis die we opdoen en de innovaties die we ontwikkelen ook in het onderwijs op de Hanze terechtkomt. Het is prachtig als engineer mee te werken aan een project dat bijdraagt aan oplossingen voor een maatschappelijk probleem.' Dit project laat uitstekend zien hoe Hanze Healthy Ageing werkt binnen één van haar kernthema's Kwetsbaarheid & Passende Zorg. 

Meer informatie over project MOOD-Sense

Tekst: Luuk Steemers

Betrokken lector