‘Onze fauteuil bestaat uit 16,5 kilo gerecyclede dekbedden’

  • Onderwijsproject
HANZE220232 Projecten met Impact - NXT class stoel-33.jpg
HANZE220232 Projecten met Impact - NXT class stoel-5.jpg

Dekbedden die worden weggegooid, gaan de verbrandingsoven in. Dat kan anders, dacht projectgroep NXTclassic. Als pre-afstudeerproject van hun studie Industrieel Product Ontwerpen ontwierp de groep laatstejaars studenten een duurzame fauteuil van gerecyclede dekbedden. Projectgroepleden Emilie van Wonderen en Maayke Geuzinge vertellen erover.

Emilie: ‘Alle laatstejaars IPO-studenten doen een pre-afstudeerproject. Tijdens dat project werk je met een groep medestudenten aan een opdracht. Maayke en ik kozen, samen met drie anderen, voor een opdracht van de InnovatieWerkplaats Circulair Textiel. We wilden een oplossing bedenken voor textielafval. Al vrij snel besloten we om een meubel te maken. Dat leek ons allemaal leuk en interessant.’

Maayke: ‘Een groot deel van het textielafval wordt gelukkig al gerecycled. Toch gaat nog 11 procent van alle textiel de verbrandingsoven in. Dekbedden behoren tot die 11 procent. Zonde, want je kunt ze makkelijk sorteren en met maar een paar dekbedden heb je meteen veel materiaal om te hergebruiken. Daarom besloten wij dekbedden te gebruiken in ons ontwerp. Om kennis op te doen over het verwerken van textiel, hebben we een textielsorteercentrum in Steenwijk bezocht. Ook zijn we bij Vanhulley geweest. Dat is een atelier dat werkt met gerecycled textiel.’

Emilie: ‘Om tot het uiteindelijke ontwerp te komen, hebben we eerst een aantal concepten bedacht en deze voorgelegd aan medestudenten, docenten, de InnovatieWerkplaats, en aan de experts van de bedrijven die we bezocht hadden. We besloten de fauteuil een stalen frame te geven omdat staal volledig recyclebaar is. Verder kreeg de fauteuil een verwisselbare toplaag.’

Maayke: ‘We noemden ons ontwerp C16.5, vernoemd naar de 16,5 kilo dekbedden die erin verwerkt zijn. De fauteuil kreeg veel aandacht in lokale en regionale media. Dat vond ik echt overweldigend. Of we met de C16.5 een verschil hebben gemaakt? De berg textielafval is zó groot, dat we daar met onze fauteuil maar een heel klein deel van recyclen. Wel denk ik dat we hiermee bijdragen aan de bewustwording rond dit onderwerp. We laten zien wat er mogelijk is met materialen die anders de verbrandingsoven in gaan. Je hoeft er alleen maar anders naar te kijken. En anders kijken, dat is typisch iets wat je bij IPO leert.’

Emilie: ‘Bijzonder vond ik vooral de samenwerking. Binnen de projectgroep, maar ook daarbuiten. Ik denk dat de betrokkenheid van docenten en professionals heel belangrijk was voor het succes van ons project. Als je goed samenwerkt, kun je iets heel gaafs neerzetten. Dat heeft de C16.5 voor mij bewezen.’

Maayke: ‘Een groot deel van het textielafval wordt gelukkig al gerecycled. Toch gaat nog 11 procent van alle textiel de verbrandingsoven in. Dekbedden behoren tot die 11 procent. Zonde, want je kunt ze makkelijk sorteren en met maar een paar dekbedden heb je meteen veel materiaal om te hergebruiken. Daarom besloten wij dekbedden te gebruiken in ons ontwerp. Om kennis op te doen over het verwerken van textiel, hebben we een textielsorteercentrum in Steenwijk bezocht. Ook zijn we bij Vanhulley geweest. Dat is een atelier dat werkt met gerecycled textiel.’

Emilie: ‘Om tot het uiteindelijke ontwerp te komen, hebben we eerst een aantal concepten bedacht en deze voorgelegd aan medestudenten, docenten, de InnovatieWerkplaats, en aan de experts van de locaties die we bezocht hadden. We besloten de fauteuil een stalen frame te geven omdat staal volledig recyclebaar is. Verder kreeg de fauteuil een verwisselbare toplaag.’

Maayke: ‘We noemden ons ontwerp C16.5, vernoemd naar de 16,5 kilo dekbedden die erin verwerkt zijn. De fauteuil kreeg veel aandacht in lokale en regionale media. Dat vond ik echt overweldigend. Of we met de C16.5 een verschil hebben gemaakt? De berg textielafval is zó groot, dat we daar met onze fauteuil maar een heel klein deel van recyclen. Wel denk ik dat we hiermee bijdragen aan de bewustwording rond dit onderwerp. We laten zien wat er mogelijk is met materialen die anders de verbrandingsoven in gaan. Je hoeft er alleen maar anders naar te kijken. En anders kijken, dat is typisch iets wat je bij IPO leert.’

Emilie: ‘Bijzonder vond ik vooral de samenwerking. Binnen de projectgroep, maar ook daarbuiten. Ik denk dat de betrokkenheid van docenten en professionals heel belangrijk was voor het succes van ons project. Als je goed samenwerkt, kun je iets heel gaafs neerzetten. Dat heeft de C16.5 voor mij bewezen.’

Interessegebieden

  • Techniek