Jantina Ottema neemt het op voor boerenfamilies

  • Onderzoeksproject
jantina Ottema.jpg

Op 1 oktober 2019 was het eerste boerenprotest tegen het stikstofbeleid van het kabinet. Sinds juni van dit jaar is er een nieuwe golf boerenprotesten. Aanleiding was de stikstofcrisis, maar de protesten pleiten ook voor de positie van boeren en het behoud van het platteland. Jantina Ottema wil boerenfamilies een stem geven. De promovenda onderzoekt of kleinschaligere landbouw binnen Nederland een oplossing is.

Jantina groeide op in een boerendorp in het Westerkwartier. Haar grootouders hadden een kleine boerderij in Niekerk. ‘Zoals je die had in de jaren 60 en 70, met wat koeien, varkens en akkerbouw’,  vertelt de docent-onderzoeker bij Social Work en het lectoraat Communication Behaviour and the Sustainable Society. Vanaf 1950 begon de schaalvergroting in de landbouw, waardoor zes op de zeven landbouwbedrijven verdwenen en de blijvers flink groter werden. ‘Mijn opa en oma konden niet mee in de schaalvergroting, ze wilden niet constant maar lenen en lenen en zijn een manege begonnen. Voor mijn studie Culturele Antropologie heb ik mijn opa en oma nog geïnterviewd, dat is nu een interessante bron voor mijn onderzoek.’

Samenlevingen rondom voedselproductie

Tijdens haar studie Culturele Antropologie ontdekte Jantina in welk voedselsysteem wij leven. ‘De Amerikaanse cultureel antropoloog Marvin Harris laat zien hoe verschuivingen van het ene voedselsysteem naar een ander gedreven wordt door kansen zoals intensivering en techniek, of door noodzaak vanuit het milieu. Samenlevingen maken gebruik van hun natuurlijke omgeving en natuurlijke hulpbronnen. Ze leven daarvan en zetten tegelijkertijd een infrastructuur op. Ze verzinnen regels voor hoe ze bijvoorbeeld hun goederen ruilen of verkopen. Je krijgt politiek en economie rond de voedselproductie. Wij zijn in de loop van de tijd heel intensief van onze natuurlijke hulpbronnen gebruik gaan maken. Daardoor zijn onze infrastructuur, politiek en economie ook groter opgezet.’

Terecht protest

Jantina wil onderzoeken met welke conflicten boeren te maken hebben. ‘Boerenfamilies zitten in een enorme spagaat in het systeem. Zij hebben de afgelopen zeventig jaar keihard gewerkt om hun bedrijfsvoering steeds weer aan te passen aan de steeds veranderende regels van de overheid. Daarvoor moesten ze steeds weer naar de Rabobank. De leningen die ze afsloten zijn alleen terug te verdienen met schaalvergroting. Maar kan het ook anders? Als je het anders wilt, luister naar de boeren. Veranderingen kunnen van binnenuit komen. Het gaat om de toekomst van Nederland. Hoe wij onze voedselzekerheid en de natuur gaan veiligstellen. Als er steeds meer boeren (gedwongen) stoppen, ben ik er niet van overtuigd dat het goedkomt met de natuur op den duur. Geschiedenis en literatuur tonen aan dat boeren en daarmee lokale gemeenschappen nodig zijn voor beheer en verdediging van natuurgebieden. Wij hebben onze boeren keihard nodig.’

Monoculturen

Als theoretisch perspectief gebruikt Jantina het macro-micro-macro-model uit de sociologie van James Coleman. ‘Ik ga inzoomen op welke keuzen boeren op microniveau maken, afhankelijk van het productiesysteem waarin zij werken. Alle handelingen op microniveau hebben samen gevolgen voor het macroniveau. Het insectenbestand in ons land is bijvoorbeeld met zo’n 70-80 procent afgenomen door onder andere de grootschalige monoculturen van raaigrassen en het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw. Maar waarom kiezen boeren voor de éénvormige raaigraslanden? En welke boeren gebruiken bestrijdingsmiddelen? En als ze geen raaigraslanden  of bestrijdingsmiddelen zouden gebruiken, wat zou er dan gebeuren? Wat zijn de redenen en motieven voor de keuzen die een boer maakt?

Voedselproductie kleiner opzetten

Jantina ziet urgentie voor schaalverkleining. ‘De huidige infrastructuur en productiesystemen kosten veel grondstoffen en energie waarvan deskundigen zeggen dat dit niet langer houdbaar is. Als we iets kunnen veranderen voor het beter behoud van de natuur en onze volgende generaties dan zou je vanuit de geschiedenis en de literatuur kunnen concluderen dat je naar lokale productie zou moeten gaan die minder energie kost. Als je de voedselproductie kleiner opzet, kan de infrastructuur misschien ook kleiner.’

Samenwerking tussen boeren

Daarnaast gaat Jantina kijken naar ‘communaal beheer’, een concept van Nobelprijswinnaar Elinor Ostrom. Terwijl economen er lang van uit gingen dat gemeenschappelijk gebruik van natuurlijke hulpbronnen automatisch tot overmatig gebruik en uitputting moest lijden, kwam de Amerikaans politiek wetenschapper tot een tegengestelde conclusie. Ze ontdekte dat communities in staat zijn samen natuurgebieden duurzaam te beheren, zonder overheids- of privébezit. ‘Ostrom heeft laten zien dat de communities afspraken maakten over het beheer van het gebied en elkaar aanspraken op ongewenst gedrag. In Europa is men gehecht aan privébezit, maar je zou bijvoorbeeld zuivelcoöperaties gemeenschappelijk kunnen beheren. Boeren deden dit vroeger ook met elkaar.’

Samenwerken met de natuur

Het belangrijkste aan het onderzoek vindt de promovenda de visie van de boeren. ‘Boeren zijn niet zo maar in protest. Samenwerken met de natuur zit in hun DNA. Ik wil de boerenfamilies een stem geven en hun kennis verwoorden.’

Interessegebieden

  • Aarde en Milieu
  • Economie en Bedrijf