'Je kunt bijna overal werken waar mensen zijn’

Voordat Shanne met de opleiding Social Work begon, had ze al ervaren wat een betrokken hulpverlener voor iemand kan betekenen. ‘Mensen hebben vaak geen keus wat op hun pad komt en het is logisch dat het dan soms even eenzaam of wanhopig voelt.’ In deze situaties verdienen zij het om gezien, gesteund en gehoord te worden.

Stage & praktijkervaring

‘Ik vind praktijkervaring belangrijk. Tijdens mijn stage, die in februari begint, kan ik meer ervaring opdoen. Het is een stage van vier dagen per week, die een jaar duurt. Naast je studie kun je ook bij een zorgorganisatie gaan werken. Ik denk dat je vooral zelf de praktijk moet opzoeken. Hierdoor maak je als hulpverlener meer vlieguren. Hoe meer ervaring je hebt hoe beter je anderen op een goede manier kunt ondersteunen of begeleiden.’

Van mbo naar hbo

‘Mijn mbo-achtergrond als gespecialiseerd pedagogisch medewerker kwam tijdens praktijkopdrachten goed van pas. Er waren bijvoorbeeld opdrachten waarbij ik met klasgenoten naar een wijk moest om gespreksvoering te oefenen. Door mijn mbo-achtergrond  waren dit soort opdrachten een minder grote stap. Wel vond ik dat de werkdruk van Social Work, in vergelijking met het mbo, veel hoger lag. Hierdoor twijfelde ik of ik de opleiding wel aankon. Gelukkig kon mijn SLB’er (Studieloopbaanbegeleider) mij helpen met het maken van een planning. Door met klasgenoten te praten kwam ik erachter dat ik niet de enige was met twijfels. Dit veranderde toen ik voelde dat ik meer op mijn plek zat en ik succeservaringen opdeed. Het grootste verschil tussen mbo en hbo is dat het hbo meer zelfdiscipline en verantwoordelijkheid vraagt. Dat vind ik juist mooi want het maakt je als hulpverlener ook krachtiger…’

De opleiding Social Work voltijd in drie woorden

Social Work voltijd, in drie woorden: intens, leerzaam en waardevol.
Intens: ‘Je moet naar jezelf willen kijken. Ik was er nooit zo bewust van dat dit eigenlijk het grootste deel van de opleiding is. De opleiding is intens omdat je jezelf constant onder een vergrootglas legt. Vragen zoals ‘Wie ben ik’, ‘Wat vind ik belangrijk’ en ‘Wat in mijn leven maakt mij tot wie ik nu ben’, komen vaker terug. Ook vind ik de problematiek waar sommige mensen mee te maken hebben aangrijpend. Het kan je als hulpverlener persoonlijk raken. Daarom is zelfzorg belangrijk, want alleen dan kan je ook goed voor anderen zorgen.’

Leerzaam: ‘Er is niet één formule hoe je het werk als Social Worker moet doen. Het verschilt dus per keer hoe je op een situatie inspeelt. Contexten en emoties kunnen hier het verschil maken. Het terugkijken op je eigen handelen en het vragen naar feedback is een belangrijk onderdeel van de opleiding. We zijn nooit uitgeleerd als mens. Dat is wat het beroep zo dynamisch maakt.’

Waardevol: ‘Als je voelt dat je er voor anderen wil zijn en er zelf ook voldoening uithaalt. Als ik iemand die helemaal in de put zat, weer wat zie opkrabbelen, dan denk ik van ‘wauw, daar heb ik een steentje aan kunnen bijdragen.’

Werk na Social Work

‘Ik weet nog niet zeker wat ik na de opleiding wil doen. Ik denk nu aan werk binnen het onderwijs of de psychiatrie. Maar doorstuderen sluit ik ook niet uit. De opleiding is zo breed en wat je ermee kan worden is zo divers! Bijna overal waar mensen zijn kun je werken.’