Samenwerking over beroepsgrenzen heen: de rol van inter­professionele identiteits­triggers

  • Nieuws
Jan-Jaap Reinders
samenwerken interprofessioneel

Samenwerking tussen zorgprofessionals ontstaat niet alleen door kennis of vaardigheden, maar vooral door een complementair gevoel van verbondenheid met een grotere groep: een interprofessionele identiteit. Senior onderzoeker Jan-Jaap Reinders heeft, samen met collega’s, recent het effect van interprofessionele identiteitstriggers aangetoond. Dat zijn signalen in de werkomgeving die mensen activeren om samenwerking over beroepsgrenzen heen te starten. Door deze signalen te herkennen, kunnen professionals doelgerichter samenwerken en de zorg voor cliënten beter afstemmen.

“Een identiteitstrigger activeert een bepaalde rol of identiteit van jou,” legt senioronderzoeker Jan-Jaap Reinders, senior onderzoeker bij het lectoraat Healthy Ageing, Allied Health Care and Nursing, uit. “Je herkent iets in je omgeving dat bij je rol past en dat zet je in beweging om je volgens die rol te gedragen.” Zo merkt een fietsenmaker zowel een lekke band als een kapotte koplamp op; beide zijn triggers voor zijn professionele identiteit, maar ze zijn verschillend van aard.

Professionals zien in de praktijk andere signalen afhankelijk van hun achtergrond en referentiekader. Daarom hebben ze elkaar nodig om het totaalbeeld te begrijpen. Interprofessionele identiteit werkt volgens ditzelfde principe: wanneer die identiteit sterk is, motiveert een identiteitstrigger tot samenwerken met andere beroepsgroepen. De identiteitstrigger is als een sleutel die de motor van motivatie start, onafhankelijk van competenties: je kan iets goed kunnen, maar zonder motivatie onderneem je geen actie.

Omdat contexten verschillen in welke identiteitstriggers aanwezig zijn, is het mogelijk samenwerking doelgerichter af te stemmen op lokale situaties. “Onderzoek naar deze triggers helpt begrijpen hoe verschillende beroepsgroepen denken en wat hen in beweging zet. Zo kan samenwerking meer effectief en passend worden ingericht, zowel voor de zorgprofessionals als voor de patiënt of cliënt,” aldus Reinders.

Dit versterkt een theorie waarvoor steeds meer bewijs wordt gevonden. De Extended Professional Identity Theory (EPIT): een psychologische theorie over interprofessionele identiteit die hij in 2018 voor het eerst publiceerde. Reinders geeft op uitnodiging lezingen in binnen- en buitenland over die theorie. Zo geeft hij het komende jaar meerdere keynote lezingen over interprofessioneel samenwerken en spreekt hij op een groot internationaal congres over medisch onderwijs in Istanbul.

Een interprofessionele identiteit ontwikkelen

Studenten en professionals kunnen zowel een professionele identiteit als een interprofessionele identiteit ontwikkelen. Beide hebben een eigen functie. Professionele identiteit helpt om uit te willen blinken binnen een specifiek vakgebied en prioriteiten te bepalen op basis van vakexpertise. Interprofessionele identiteit draait om het willen benutten van complementaire verschillen in vakexpertise en het combineren van prioriteiten van verschillende beroepsgroepen.

Een interprofessionele identiteit ontstaat niet vanzelf, “maar kan wel ontwikkeld worden: door elkaar regelmatig te ontmoeten, samen te werken aan echte vraagstukken en samen positieve ervaringen op te doen,” zegt Reinders. “Hoe vaker mensen elkaar ontmoeten en iets positiefs beleven, hoe sterker hun sociaal-emotionele binding wordt. Dat maakt interprofessionele samenwerking, oftewel samenwerking over beroepsgrenzen heen, vanzelfsprekender.”  

Onderwijs kan dit proces effectief stimuleren, wat inmiddels meerdere keren is aangetoond. “Het is belangrijk dat studenten regelmatig ervaren dat ze onderdeel zijn van een interprofessionele groep. Bijvoorbeeld door studenten al in een vroeg stadium te laten samenwerken met studenten van andere opleidingen.” Als een groep studenten van verschillende opleidingen zichzelf niet als echte groep voelen, ontstaat er ook geen interprofessionele identiteit. En die interprofessionele identiteit heb je nodig als een (duurzame) motivatiebron voor effectieve samenwerking.

Samen zorgen voor beter passende zorg

Interprofessioneel samenwerken betekent dat verschillende zorgprofessionals samen beslissen. Dat is iets anders dan multiprofessioneel samenwerken. Daarbij neemt vaak één beroepsgroep het voortouw, terwijl niemand alles kan weten.

Bij interprofessionele samenwerking kijkt iedere professional vanuit eigen kennis en perspectief mee. “De mening, gezondheidstoestand en persoonlijke omstandigheden van de patiënt bepalen samen welke prioriteiten gecombineerd kunnen worden en hoe iemand het beste geholpen kan worden,” vertelt Reinders.

Professionals die goed op elkaar zijn ingespeeld werken efficiënter en effectiever. Ze houden steeds het belang van de patiënt of cliënt centraal. Hierdoor leidt interprofessionele samenwerking niet tot standaardoplossingen, maar tot beter passende zorg. Want elke patiënt of cliënt is uniek en dat vraagt om een unieke aanpak.

Contact