Bedrijfskunde-docent Bas Baalmans: ‘Ik wil studenten steeds minder in het lokaal zien’

‘Ik ben nu zo’n 15 jaar docent aan de Hanzehogeschool, en heb dit werk al die tijd met een ‘echte’ baan gecombineerd. Daarmee bedoel ik niet dat lesgeven geen echt werk is, maar dat ik ervoor wil zorgen dat ik steeds de aansluiting blijf zoeken bij de praktijk waar onze studenten straks mee te maken krijgen. Op die manier kan ik de studenten als verschilmakers van de toekomst beter ondersteunen.’

Rode draad

De verbinding zoeken met de praktijk vormt een rode draad in de opleiding. Je ziet dat bijvoorbeeld terug in de vele bijeenkomsten die niet in een klaslokaal plaatsvinden, maar op externe locaties. Bas: ‘Dat geeft een andere dynamiek, in het klaslokaal voelt het al snel als een presentatie voor de docent.’

‘Een van de locaties waar we graag komen, is RLS1957. Dit was ooit de Rijksluchtvaartschool op vliegveld Eelde, nu een plek waar start-ups en groeiende bedrijven zitten. Het gebouw biedt uitstekende mogelijkheden om opdrachtgevers en andere betrokken partijen te ontmoeten. Studenten leren er van de startups en de startups leren van studenten.’

Zelf aan het roer

‘Samen met mijn collega Bernoud Jonker coach ik projectgroepen met studenten, maar ze staan zelf aan het roer. Dit betekent dat zij bij allerlei bijeenkomsten zorgen voor het contact met de RLS en hun opdrachtgevers en alles voor zo’n bijeenkomst regelen: van kick-off tot eindpresentatie, en van borrel tot workshop. De studenten komen zo vanaf de eerste week van hun opleiding in aanraking met de praktijk.

‘Natuurlijk vinden ze dat spannend. Zulke situaties komen ze op het voortgezet onderwijs niet tegen, maar aan het einde is iedereen positief over de leerervaring. Niet alleen de acht projecten die helemaal goed verlopen, maar ook de twee waar er wel iets misging. Juist die projecten zijn zo waardevol, omdat je daar het meeste van kunt leren.’

Leren in de praktijk

Ook opdrachtgevers zijn aangenaam verrast door de werkwijze en kwaliteit. ‘Sterker nog, we zien dat deze aanpak zo goed werkt dat we het curriculum voor volgend jaar nog meer baseren op dit concept. Eigenlijk wil ik mijn studenten steeds minder in mijn lokaal zien, en zorgen dat ze veel vaker in het werkveld met de praktijk aan de slag zijn.'