'We hebben mensen nodig die duurzaamheid exact kunnen maken'

  • Partner aan het woord
Burger JPG.JPG

Van runderslachterij naar productielocatie voor plantaardig voedsel: Vion Food zet concrete stappen binnen de eiwittransitie. Het vleesverwerkingsbedrijf (jaarlijkse omzet van 4,5 miljard) heeft sinds een paar jaar ook een plantaardige tak: ME-AT. Willem Cranenbroek is de General Manager van ME-AT en hij vertelt over de uitdagingen binnen zijn werkveld.

ME-AT is opgericht in 2019. Het werd (en is) noodzakelijk om niet alleen vlees, maar ook vleesvervangers te produceren; deels om de dalende cijfers van de dierlijke productie op te vangen, maar vooral om mee te werken aan de verduurzaming van de industrie. ‘Als we niets veranderen aan onze consumptiegewoontes is de wereld letterlijk te klein’ zegt Willem Cranenbroek. Om te voldoen aan de voedselvraag van de wereldpopulatie in 2050 zijn namelijk 1,7 planeten nodig. Verandering is noodzakelijk en daar werkt ME-AT aan mee. ‘In 2020 hebben we een runderslachterij omgebouwd tot een faciliteit voor een plantaardige productielijn.’ Het is een concreet voorbeeld van stappen zetten binnen de eiwittransitie.

Voor het bedrijf is het lastig om de commerciële kant te kunnen combineren met de duurzame kant. ‘Aan de ene kant kunnen we zelf invloed uitoefenen, aan de andere kant moeten we voldoen aan de klantvraag’. En dat is lastig. Want de meeste mensen laten toch hun eigen portemonnee spreken als het gaat om het kopen van eten. ‘Veel burgers zijn zich bewust van de noodzaak van verandering én zeggen te willen veranderen. Maar op het moment dat iemand over de drempel van een winkel stapt, verandert de burger in een consument. En de consument zal altijd naar de prijs blijven kijken’, legt Willem uit.

Bij de transitie zijn verschillende disciplines betrokken, waarbij dus ook de verwachting van de consument moet worden meegenomen. ‘We kunnen mooie, duurzame producten ontwikkelen, maar we moeten blijven bedenken: zit de consument hierop te wachten en is het economisch beter? De groep mensen die de kennis, het geld en de mogelijkheden heeft om plantaardig en duurzaam te eten is klein. Veel mensen kunnen of willen die keuze om wat voor reden dan ook niet maken. Hoe krijg je die massa mee? Er zijn mensen nodig om dat soort vragen te beantwoorden.’

Een lastig vraagstuk, maar ME-AT is een innovatief bedrijf en denkt in mogelijkheden. Zo kijkt het ook naar grondstoffen. Het ontwikkelt bijvoorbeeld producten met veldbonen uit Nederland. Hierbij wordt de samenwerking met veeboeren uitgebreid naar akkerbouwers.

Willem geeft aan dat een afgestudeerde student in Duurzame en Gezonde Voeding daarom van grote waarde is. ‘De wereld van voedsel en vleesvervangers staat op zijn kop: alle bedrijven zijn onder druk om zich aan te passen en dit heeft invloed op de prijzen, de ontwikkelingen en de concepten. Tegelijkertijd is het proces complex. Hoe bereken je of een product duurzaam is of niet? Welke factoren neem je mee? Daarom zijn er mensen nodig die dieper in de materie kunnen duiken en cijfers herhaalbaar en hard kunnen maken.’

‘Deze industrie staat nog letterlijk in de kinderschoenen. Wat vandaag nieuw en goed is, is morgen alweer achterhaald.’ Bijna dagelijks komen nieuwe (ideeën voor) grondstoffen, die vervolgens getest worden op smaak, bite, kleur, etc. De volgende stap is gericht op duurzaamheid en functionaliteit. Je moet constant de vraag stellen: is een plantaardig product daadwerkelijk duurzamer en gezonder dan de tegenhanger van vlees? Bevat het de juiste eiwitten, of zitten er toch ongezonde ingrediënten in? ‘Kortom, we hebben veel vragen die onbeantwoord zijn. Daar kunnen we de komende jaren veel, mooie projecten voor opstarten om zo de wereld iedere dag een beetje beter te maken.’