'Ik wil het gebouw als verlengstuk zien van de publieke ruimte en daarin meerwaarde creëren'

  • Student aan het woord
Sem Atsma - Adema DOK PORTRET landscape.jpg

Sem Atsma nam een atypische route naar de wereld van architectuur. Hij begon met de bachelor Amerikanistiek gevolgd door een master in ondernemerschap & innovatie in Lund, Zweden. “In het begin probeerde ik vooral níét hetzelfde te doen als mijn vader (architect)”, vertelt hij. Maar langzaam werd duidelijk: architectuur combineert creativiteit, techniek én maatschappelijke relevantie.

 “In architectuur kun je eigenlijk van alles kwijt”, zegt Sem. “Je duikt steeds in andere werelden. Dat sprak me aan.” Het was geen standaard traject: de toelatingscommissie adviseerde hem een premaster en een bouwkundige basiscursus te volgen. Via die weg kon hij starten aan de Academie van Bouwkunst Groningen. Sinds januari 2025 werkt hij aan zijn afstudeerproject die uit persoonlijke fascinatie is ontstaan.

Rest-ruimte als kans: de ‘gangen’ van Groningen
Sem zijn afstudeerproject speelt zich af in het hart van Groningen. Hij richt zich op de ‘gangen’, de smalle stegen en achterpaden tussen de historische bouwblokken van de binnenstad. “In Groningen heten stegen ‘gangen’”, legt hij uit. “Vroeger vormden ze een fijnmazig netwerk van verbindingen, waar mensen woonden, werkten en handelden.” In de loop van de tijd zijn veel van die gangen dichtgebouwd: commerciële partijen breidden uit, kochten meerdere panden op en sloten de stegen af. Van de meer dan 350 angen die de stad ooit telde, zijn er nog maar zo’n 70 over en slechts een deel daarvan is slechts overdag openbaar toegankelijk.

Die ontwikkeling heeft grote gevolgen voor de beleving en het gebruik van de stad. “Het stedelijk weefsel is steeds grover geworden”, zegt Sem. “En veel van die afgesloten ruimtes worden nu ervaren als donker, onveilig of ongebruikt.” In zijn afstuderen onderzoekt hij hoe deze ‘restruimtes’ weer een waardevolle rol kunnen spelen in de stad: als publieke plek, woonomgeving of doorgang.

De fascinatie voor deze opgave komt voort uit eerdere ontwerpstudio’s en uit zijn werk. Hij ontdekte in de ontwerpstudio’s een constante in zijn opgaves, namelijk de wens om het gebouw als verlengstuk te zien van de publieke ruimte en hierin meerwaarde te creëren. Bij zijn werkgever werkt hij aan de herontwikkeling van de Bentelaarsgang. “Wat me aanspreekt is dat het een binnenstedelijke opgave is die zowel historisch geworteld als actueel is”, zegt hij. “Ik hoop dat mijn afstudeerproject niet alleen een visie oplevert, maar ook een plan dat straks echt uitgevoerd kan worden. Dat zou het mooiste zijn.”

Werken én afstuderen
Bij de master werken en leren studenten tegelijk. “Het werk is een snoepwinkel vol leuke opdrachten,” lacht Sem. “Dat maakt jezelf ertoe zetten om met afstuderen bezig te zijn soms lastig.” Hij beschrijft dat zijn rol op het werk inmiddels behoorlijk is gegroeid: “Na vier jaar werkervaring opereer je zelfstandig, heb je externe contacten.” Die praktijkervaring werkt in zijn voordeel. Tegelijkertijd vraagt het discipline om in het studietraject door te blijven zetten. “Ik heb wel nachten doorgehaald voor de studie”, zegt hij. “Maar ik heb ook geleerd te plannen: drie dagen werken, donderdag avond les, vrijdag de hele dag studie. Dat ritme werkt goed.”

Ontwikkeling als ontwerper
Hij reflecteert op hoe hij is veranderd: “Ik ben completer geworden, heb meer zelfvertrouwen en kan sneller denken en schakelen.” Aan het begin twijfelde hij vanwege zijn niet‑bouwkundige achtergrond: “Ik dacht: iemand heeft vier jaar bouwkunde gedaan, dat heb ik niet.” Maar inmiddels realiseert hij zich dat ook bouwkundigen in de praktijk veel moeten leren en dat zijn eerdere studies juist een voordeel leveren: “Mijn maatschappelijke, geschiedkundige, politieke en sociale kennis helpt me nu. Daarnaast heb ik onbewust toch veel meegekregen vanuit mijn opvoeding met een architect als vader.”

De Kenia-studio: maatschappelijke relevantie en internationale context
Een studio die voor Sem veel heeft betekend, is de ‘Kenia-studio’ in zijn eerste jaar. “Dat was het moment waarop ik mezelf afvroeg: wat vind ik nou het leukste binnen het vak”, vertelt hij. “Die studio gaf me een breder, globaler perspectief.” Tijdens een studiereis naar Kenia werkte de groep aan een masterplan voor een zorgcampus. Hoe ga je dat ontwikkelen als er meer leerlingen bijkomen? Hoe ontwerp je klaslokalen met lokale materialen, rekening houdend met kosten en beschikbaarheid? “Het was een grijpbare, praktische studio met maatschappelijke relevantie en dat vond ik ontzettend waardevol.” De ervaring wakkerde een fascinatie aan die hij ook in zijn werk blijft volgen: “Ik werk het liefst aan opgaven waarbij je écht iets kunt betekenen voor mensen en het verschil kan maken.”

Wat hij wil vasthouden en wat hij nieuwe studenten adviseert
Wat Sem vanuit de opleiding wil vasthouden? Experimenteren: “Op kantoor maken we nu ook maquettes en meer handschetsen, dat heb ik vanuit de studie meegebracht.” En wat adviseert hij toekomstige studenten? “Ga ervoor met vuur. Vraag jezelf: wil ik dit écht? Want zonder dat vlammetje wordt het heel zwaar. En wees niet passief. Doe dingen buiten de academie en je werk. Volg lezingen, ga naar bijeenkomsten, er zijn zoveel activiteiten binnen ons vakgebied. Zo leg je verbindingen, leer je het vak breder kennen én positioneer je jezelf."